Als je er niet uitkomt, is er altijd wel hulp

02-03-2023

Annelies Gelton heeft altijd fulltime in de zorg gewerkt, de laatste jaren als docent verpleegkunde. ‘’Ik heb af en toe nog steeds contact met een aantal oud-leerlingen. Sommigen hadden weerstand bij het maken van de simpelste oefening. Nu zijn ze universitair geschoold met een mooie baan.''

Haar eerste stappen in de zorg zet Annelies op haar zeventiende, wanneer ze begint in de psychiatrie kliniek van het Provinciaal Ziekenhuis Santpoort. Een aantal jaar later verhuist ze terug naar Rotterdam om de opleiding tot Verpleegkundige-A te volgen. Als ze haar opleiding heeft afgerond gaat ze aan de slag als unithoofd in een verpleeghuis in Dordrecht. ‘’Ik was ondertussen getrouwd, kreeg vlak daarna mijn eerste zoon en besloot te stoppen met werken. Gelukkig was hij een makkelijke baby die veel sliep. Toen ik vervolgens werd gebeld met de vraag of ik alsjeblieft weer diensten kon draaien, was ik binnen no-time weer aan het werk.’’

Een nieuwe uitdaging

In de jaren die volgen werkt ze bij een aantal verpleeghuizen die gespecialiseerd zijn in psychiatrische zorg, tot ze op haar drieënveertigste besluit dat ze toe is aan een nieuwe uitdaging. ‘’Ik wilde heel graag weer een opleiding doen, en het onderwijs leek me wel wat. Toen heb ik me ingeschreven voor de lerarenopleiding. Als ervaringsdeskundige ging het alleen om het behalen van m’n lesbevoegdheid.’’ Uiteindelijk haalt ze binnen twee jaar haar bevoegdheid om vervolgens als docent verpleegkunde een breed pakket aan lessen te verzorgen. Ze blijft graag aandacht besteden aan de psychiatrie. ‘’Het leukste vond ik het werken met BBL studenten. Die zijn super gemotiveerd. Ze weten waar je het over hebt en staan vaak zelf al op de vloer. Ik had een oud patiënt die heel erg beeldend over zijn psychoses kon vertellen. Tijdens zijn goede periodes natuurlijk. Dat zijn fantastische lessen en ervaringen voor een student. Ik heb af en toe nog steeds contact met een aantal oud-leerlingen. Sommigen hadden een ontzettende weerstand bij het maken van de simpelste oefeningen op MBO niveau. Nu zijn ze universitair geschoold met een mooie baan. Dat blijft leuk om te zien.’’ 

 

‘’Ik merk wel dat studenten - en ouders - er anders instaan dan vroeger.’’

 

Het omgaan met de veranderende mentaliteit vindt Annelies lastig tijdens haar laatste jaren als docent. ‘’Het is moeilijk om mensen te vinden die in de zorg willen werken. Ik merk dat studenten - en ouders - er anders instaan dan vroeger.’’ Ze ziet dat iedereen vooral graag geld wil verdienen. Maar het liefst zo snel mogelijk en wel op hun eigen voorwaarden. ‘’Ze willen niet werken of stagelopen in het weekend, en al helemaal niet op feestdagen. Maar wie A zegt, moet ook B zeggen. De wereld stopt niet in het weekend. En je beroep uitoefenen is niet altijd comfortabel, zeker niet in de zorg. Mensen van mijn generatie denken en kijken daar anders naar. Maar als die groep wegvalt weet ik niet hoe we het in de toekomst gaan oplossen.’’ 

Ondanks alles optimistisch blijven 

Dat er gelukkig nog steeds een grote groep betrokken mensen is die zich oprecht inzetten voor de zorg stemt haar positief. ‘’Aan het begin van de pandemie voelde het toch als een soort roeping om te helpen bij de GGD. Dat klinkt misschien een beetje ouderwets, maar het was wel zo.’’ Ze voelt heel sterk dat kijken en stilzitten op dat moment geen optie is. ‘’De intentie om me aan te melden bij de GGD had niks te maken met geld, ik was net met prepensioen en dacht dat het om vrijwilligerswerk ging. Toen bleek dat iedereen gewoon goed betaald kreeg [lacht]. En ik was trouwens niet de enige; ik had veel collega’s die hetzelfde dachten. Die waren bijvoorbeeld in de 70 maar wilden ook graag hun steentje bijdragen. Dat zit toch een beetje in de zorgmensen. Veel van ons hadden zoiets van: ik had het best voor niks willen doen.’’

 

‘’Je moet niet denken in onmogelijkheden, maar in mogelijkheden. En dan is er heel veel mogelijk.’’

 

‘’Je moet niet denken in onmogelijkheden, maar in mogelijkheden. En dan is er heel veel mogelijk.’’ Het is een uitspraak die zo op een tegeltje gedrukt kan worden, maar dat maakt het niet minder gemeend. Het verklaart waarom de Rotterdamse graag de handen uit de mouwen steekt, al doet ze het op dit moment wat rustiger aan. ‘’Afgelopen september ben ik ziek geworden van Corona. In het staartje van de pandemie, zegmaar. Daar heb ik nog steeds last van en daarom zit ik nu in een Long-Covid programma. Gelukkig is het niet zo erg dat ik niet meer van de tafel naar de bank kan lopen.’’ 

’’Ik heb in het verleden een keer de Santiago de Compostella gelopen. In m’n eentje.’’ Ze heeft een huis in Zuid-Spanje en brengt daarom graag tijd door in de regio. ‘’Die tocht deed ik om m’n hoofd leeg te maken, het avontuur en de strijd met mezelf aan te gaan. Dat is voor mij heel normaal, maar ik merk soms dat mensen in m’n omgeving het wel een dingetje vinden. Die zeggen dan dat ze het nooit alleen zouden durven. Twee weken na het krijgen van Corona heb ik het dus voor de tweede keer geprobeerd. Nou, dat is mooi niet gelukt. De eerste keer liep ik zo’n 25 kilometer per dag. Nu mag ik blij zijn als ik twee kilometer op een dag haal. En dan moet ik er niet veel andere activiteiten bij doen.’’

Eerst jezelf helpen, om anderen te helpen

Voldoende rust nemen; dat is het voornaamste advies. En dat blijkt lastig voor iemand die altijd fulltime heeft gewerkt. ‘’Ik leg mezelf erbij neer, maar ik vind het wel moeilijk om stil te zitten. Het is gewoon ontzettend saai. Dat had ik ook toen ik eind 2019 met prepensioen ging omdat ik de jaren daarvoor gewoon te veel had gewerkt. Ik dacht leuke dingen te gaan doen, maar het werd uiteindelijk drie maanden bankhangen en bijkomen. Toen begon de pandemie en ging ik testen voor de GGD. Ik was blijkbaar toch nog niet klaar met het werken in de zorg.’’ 

Het einde van de pandemie komt langzaam in zicht wanneer Annelies zich inschrijft bij de Nationale Zorgreserve. ‘’Ik dacht bij mezelf: als er in de toekomst weer wat aan de hand is wil ik graag helpen. Uiteindelijk heb ik een aantal keer in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Gorinchem meegelopen.’’ De drukte valt haar ontzettend mee. ‘’Waar wij vroeger met z’n vieren zo’n afdeling deden doen ze het nu met z’n zessen. Natuurlijk zijn de werkzaamheden wel veranderd. Daar moest ik best aan wennen. Ik zat bijvoorbeeld te wachten op de overdracht, maar aan het begin van de dienst lezen de collega’s het verslag natuurlijk gewoon op de computer. Wat niet is veranderd, is dat iedereen op de vloer het hart op de juiste plek heeft.’’ Als haar lichaam het weer toestaat wil ze graag actiever meedoen. ‘’Er is nog zoveel zorg die ingehaald moet worden. Maar wij zorgreservisten zijn er gewoon. Zorgorganisaties, maak gebruik van ons: soms moet je je overgeven aan iets nieuws, een risico nemen of een trend zetten. Het is ook ons beroep om oplossingen te vinden. En als je er niet uitkomt, is er altijd wel hulp.’’


Wil je meer weten over de mogelijkheden om ingezet te worden als zorgreservist? Neem contact op via community@nationalezorgreserve.nl. Dan kijken we samen hoe jij jouw kwaliteiten en ervaring in kunt zetten ter ondersteuning van zorgprofessionals.

Afbeeldingen

Contact

E-mail: community@nationalezorgreserve.nl
Telefoon: 085-3038457 

Persvragen?

Klik hier voor meer informatie.

Volg ons op

         

Copyright 2022

 
Cookie-instellingen