Lekker op kantoor zitten? Dat gaat het voor mij niet worden

23-01-2023

Al sinds jonge leeftijd weet Anita dat ze later zuster wordt. Haar hele jeugd blijft ze dat gevoel houden. ‘Mijn moeder heeft het ook wel gestimuleerd hoor,’ vertelt ze vrolijk. ‘Ze zei dat er in de zorg altijd werk voor mij zou zijn. En ik wist dat het werk ontzettend goed bij mij zou passen.'

Anita volgt haar opleiding tot verpleegkundige in het toenmalige Gemeente Ziekenhuis Sliedrecht, op dat moment het streekziekenhuis voor de regio Alblasserwaard. Een aantal jaar later ontmoet ze haar man met wie ze trouwt en drie kinderen krijgt. Die zijn ondertussen volwassen en het huis uit. ‘Ik heb me een aantal jaar volledig ingezet voor de kinderen. Toen de jongste naar school ging wou ik ontzettend graag weer aan de slag.’ Ze gaat werken als doktersassistent op de poli Dermatologie in het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht. ‘Via een aantal omwegen ben ik daarna in de ouderenzorg terechtgekomen waar ik uiteindelijk twintig jaar werkzaam ben geweest.’

 

''Het kwam gewoon op m'n pad.''

 

In 2020 besluit ze het roer om te gooien en gaat werken in de gehandicaptenzorg. ‘Dat ging eigenlijk via onze schoondochter, toendertijd. Haar vader is directeur van woongroep Herman Frantsenhuizen in Vlaardingen voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten.’ De woongroep kampt op dat moment met personeelstekorten en een hoge werkdruk door Corona. Toch klinken de werkzaamheden leuk en uitdagend. ‘Ik vroeg: is dit niks voor mij? Je mag het altijd komen proberen, zeiden ze. Toen ben ik op gesprek geweest en dat beviel me wel; de connectie was er. Ik werk er op dit moment nog steeds en voel me daar als een vis in het water. Jammer dat ik het niet eerder heb ontdekt.’

Wanneer we Anita vragen naar haar levenslange affiniteit met de zorg is ze heel stellig. ‘Jij noemt het lot, ik noem het de hand van God. Dat kan niet anders, het kwam gewoon op m’n pad. Ik rol altijd overal in.’ Dat blijkt ook wel als ze in april 2021 een online advertentie van de Nationale Zorgreserve ziet. ‘Wat is nou een proeftuin? Dacht ik bij mezelf. Ik heb het op een later moment nog eens opgezocht en heb me daarna gelijk aangemeld.’ Een dag later wordt ze gebeld door een community manager van de Nationale Zorgreserve. ‘De eerste bijeenkomsten waren online vanwege de Corona crisis, maar toch werd ik onthaald in een warm bad. Als je ergens meteen zo’n gevoel krijgt, dan zit het vaak wel goed.’

Verantwoordelijkheid nemen

Toch is er ook wel eens twijfel. ‘Bij de gehandicaptenzorgorganisatie waar ik werkte was er ook een heftige Corona uitbraak. Je hebt daar te maken met een doelgroep die niet snapt wat Corona is, je kan het wel proberen uit te leggen, maar ze begrijpen niet dat je dan op je kamer moet blijven. Als ik niet oppas ben ik dadelijk de schakel die verantwoordelijk is voor kruisbesmetting.’ Uiteindelijk besluit Anita om toch mee te lopen met beide proeftuinen van de NZR in het Beatrixziekenhuis in Gorinchem en het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht. Haar woonplaats Sliedrecht is daarvoor de perfecte uitvalsbasis. ’Voor mij maakte het niet uit waar ik heen ging. Lood om oud ijzer, zeggen ze ook wel. Ik heb het allebei gedaan en kon daardoor ook goed de sfeer proeven.’

Op dit moment werkt Anita nog steeds in Gorinchem als zorgreservist. ‘Het blijft hard nodig. Natuurlijk gaat het nu om andere problematiek. Mijn diensten bij de Nationale Zorgreserve zijn van acht tot 10 ‘s ochtends. Dan hou ik me voornamelijk bezig met het opstarten van de algemene dagelijkse levensverrichtingen.’ Ook al gaat het maar om een paar uur in de week, het werk van een zorgreservist is niet altijd zonder opoffering. ‘In de gehandicaptenzorg draai ik altijd avonddiensten. Dan kom ik om elf uur thuis, praat ik even met m’n man, draai ik nog een wasje en voordat ik in bed lig is het soms wel half twee. Als je dan ‘s ochtends weer paraat moet staan zijn het soms korte nachten.‘

Onderdeel van een groter geheel

In het Beatrixziekenhuis valt Anita vaak in bij de afdeling chirurgie. ‘Ze hebben daar niet perse veel kennis over het omgaan met dementerende patiënten. Tijdens de opleiding zitten er misschien 1 of 2 hoofdstukken in hun boek. Ik heb dik twintig jaar in de ouderenzorg gezeten waar alzheimer een grote rol speelt.’ Deze kennis en extra handen komen de afdeling soms goed van pas. ‘Dan zeggen ze tegen mij: ga jij maar naar die mevrouw, wij krijgen het niet voor elkaar. Maar het is een kwestie van de tijd nemen. Op de rand van het bed zitten en een praatje maken. Voordat je het weet heeft ze een hap eten in d’r mond en sterkt zo’n mevrouw weer aan voor haar operatie.’ Het is dan ook precies dit wat ze zo mooi vindt aan het werk als zorgreservist. ’Wij hoeven niet te stressen. We hebben juist oog en tijd voor de mensen die zo benauwd en angstig zijn dat ze de weg niet meer weten: snapt u het niet, mevrouw? U wordt dadelijk geopereerd, dit gaan ze proberen recht te zetten in uw pols, als u weer op de afdeling komt zien we elkaar weer. Zullen we dat afspreken?’

 

“Het is een kwestie van gewoon de tijd nemen. Op de rand van het bed zitten en een praatje maken.”

 

Eerder tijdens ons gesprek kwam de invloed van iets dat groter is dan het aardse al even ter sprake. Hoe langer we met Anita praten, des te meer het duidelijk wordt hoe belangrijk het werk van zorgreservisten is. Ook op een dieper niveau. ‘Om een voorbeeld te geven: een orthopedist houdt zich voornamelijk bezig met zijn eigen specialisme. Maar een patiënt is meer dan alleen een paar ledematen. Een patiënt heeft ook een hart en een brein. Daarmee bedoel ik eigenlijk de geest, het innerlijke en de ziel. Ik probeer de mensen altijd als een geheel te zien. Je hebt eigenlijk twee type verzorgers nodig: de verzorger die aan het rennen is, en de verzorger die warmte brengt en de patiënt gerust kan krijgen.’ Op deze manier kijkt Anita per dienst wat ze kan betekenen. ‘Je voelt zo of iemand wel of geen behoefte heeft aan een praatje, extra uitleg of geruststelling. Er zijn ook patiënten die zeggen: ik weet alles al hoor, ik heb het boekje gelezen.’

We sluiten ons gesprek af met de vraag of ze nog van plan is om lang door te gaan met het werk als zorgreservist. ‘Ik ben ooit begonnen in het ziekenhuis, en nu ben ik er na zoveel jaar weer terug. Terwijl ik dacht: ik ben 50 geweest, ik ben antiek, wie wil mij nou nog hebben? Ik heb best veel collega’s die al versleten zijn en rondlopen met een pijnlijke rug en schouders van het tillen. Mocht dat ooit bij mij gebeuren dan moet ik wel stoppen. Maar op dit moment denk ik: lekker op kantoor zitten? Dat gaat het voor mij niet worden.’ 

Fotografie door: Annemieke van der Togt


Wil je meer weten over de mogelijkheden om ingezet te worden als zorgreservist? Neem contact op via community@nationalezorgreserve.nl. Dan kijken we samen hoe jij jouw kwaliteiten en ervaring in kunt zetten ter ondersteuning van zorgprofessionals.

Afbeeldingen

Contact

E-mail: community@nationalezorgreserve.nl
Telefoon: 085-3038457 

Persvragen?

Klik hier voor meer informatie.

Volg ons op

         

Copyright 2022

 
Cookie-instellingen