"Beslis niet over de hoofden van je eigen mensen heen, maar doe het samen"

27-05-2022
{0} reacties

Het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) in Dordrecht heeft inmiddels veel ervaring opgedaan met het werken met zorgreservisten. De inzet verloopt soepel. Hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen, vroegen we aan Mariëtte Grootenboer, voorzitter van het Verpleegkundige Stafbestuur (VSB).

Het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) in Dordrecht was een van de eerste zorgorganisaties waar tijdens de coronapandemie met de inzet van zorgreservisten is geëxperimenteerd. De lessen die toen zijn geleerd, hebben geleid tot een soepele inzet van zorgreservisten bij het ASz in tijden van crisis.

In de loop van het jaar hebben ongeveer 35 zorgreservisten zich bij het ASz ingezet, en inmiddels loopt de inzet van zorgreservisten op rolletjes. Oproepen aan zorgreservisten om in te springen leiden in een mum van tijd tot gevulde roosters, en zowel zorgreservisten als de vaste teamleden zijn enthousiast. Maar dat is niet vanzelf gegaan.

Proeftuin

Mariëtte Grootenboer, verpleegkundig afdelingshoofd bij het ASz en voorzitter van het Verpleegkundige Stafbestuur (VSB), is vanuit beide rollen nauw betrokken geweest bij de introductie van zorgreservisten op de afdelingen. “De Nationale Zorgreserve benaderde ons ziekenhuis begin 2021 of we mee wilden doen als proeftuin voor de inzet van zorgreservisten.

Mariëtte Grootenboer

Nederland had net de eerste coronagolf achter de rug, en we waren in het begin best sceptisch. Iedereen had zich uit de naad gewerkt, en we vroegen ons af of we verpleegkundigen niet beter eerst rust moesten gunnen, in plaats van hen te belasten met het inwerken van zorgreservisten.

De raad van bestuur vroeg ons om advies. Als VSB vonden we dat we daar de verpleegkundigen zelf bij moesten betrekken; de raad van bestuur was het daar van harte mee eens. In ons tweewekelijks overleg met vertegenwoordigers van alle verpleegafdelingen hebben we de vraag vervolgens open neergelegd,” vertelt Mariëtte.

“Wat willen júllie?”

“We spraken af dat de vertegenwoordigers van de verpleegafdelingen het idee zouden bespreken met hun collega’s, met de vraag ‘Wat willen júllie?’”, licht Mariëtte toe. “Dat hebben ze gedaan, voorzien van een pakket informatie over het hoe en wat van de inzet van zorgreservisten.”

Het VSB en de raad van bestuur waren positief verrast toen uit die gespreksrondes bleek dat verpleegkundigen op dat moment liever wilden investeren in het (leren) werken met zorgreservisten dan uitblazen en rust nemen. Ze wilden een herhaling van de bezettingsproblemen bij een volgende crisis voorkomen. En zo geschiedde.

Met vallen en opstaan

Het daadwerkelijk met zorgreservisten werken was een avontuur voor alle partijen. Mariëtte: “De niveauverschillen tussen zorgreservisten zijn groot. Tijdens de proeftuin hebben we in een aantal gevallen geprobeerd om zorgreservisten te veel verantwoordelijkheid te geven.

Dat leidde soms tot overbelasting van het eigen personeel, omdat een zorgreservist dan te veel vragen had. Een zorgreservist kan niet zomaar de gaten in een rooster vullen. Wat wél werkte, is om zorgreservisten omloopdiensten te geven, daar konden ze prima mee uit de voeten.

We hebben de wederzijdse verwachtingen in de praktijk verhelderd en bijgesteld. Dat heeft er ook toe geleid dat sommige zorgreservisten zijn afgehaakt. We hebben er nu voor gekozen om zorgreservisten in te zetten op onze zogenaamde ‘piek- en ziekdiensten’. Ons eigen personeel van het flexbureau zetten we dan bij crisis in op de gewone diensten. Dat loopt goed.”

Succesfactoren

Dat zowel het VSB als de raad van bestuur de mening van de zorgprofessionals zo serieus hebben genomen, is volgens Mariëtte een van de succesfactoren achter de inzet van zorgreservisten. Iedereen was betrokken en voelde zich daardoor ook medeverantwoordelijk voor het vormgeven van het beleid rond de inzet.

Die betrokkenheid was niet eenmalig; het VSB heeft continu de vinger aan de pols gehouden. De inbreng van verpleegkundigen is op die manier onderdeel geworden van de besluitvorming op het niveau van de raad van bestuur.

“In 2021 zijn we als VAR doorontwikkeld naar een Verpleegkundig Stafbestuur (VSB) en is onze rol verder uitgeschreven en geformaliseerd. We hebben een stevige positie binnen het ASz en worden vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van grote projecten,” aldus Mariëtte.

Meer weten?

Wie meer wil weten over de aanpak die het ASz heeft gevolgd, de rol die de VAR daarbij heeft gespeeld en de lessen die daaruit zijn getrokken, is van harte welkom bij Mariëtte Grootenboer. Via community@nationalezorgreserve.nl brengen we je snel met haar in contact.

Wil je weten wat zorgreservisten voor jouw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op via info@nationalezorgreserve.nl

 

 

Afbeeldingen

Contact

E-mail: community@nationalezorgreserve.nl
Telefoon: 085-3038457 

Persvragen?

Klik hier voor meer informatie.

Volg ons op

         

Copyright 2022

 
Cookie-instellingen