Maart 2020 staat voor velen van ons in het geheugen gegrift. Het coronavirus, dat snel om zich heen greep, legt niet alleen individuen, maar ook de hele samenleving plat. Geen enkele sector wordt zo zwaar getroffen als de gezondheidszorg. Terwijl de ziekenhuizen overbelast raken en zorgverleners tot het uiterste inzetten, wordt het al snel duidelijk dat er een acuut tekort is aan coördinatie en ondersteuning. In de eerste dagen en weken van de pandemie ontstaat er echter een sprankje hoop te midden van de chaos. Gedreven door een gemeenschappelijk doel, bundelen een aantal bevlogen professionals, zorgorganisaties en beleidsmakers hun krachten.
Het resultaat? De oprichting van de Nationale Zorgreserve; een initiatief dat voortkwam uit de dringende noodzaak om de zorgcapaciteit te vergroten en de coördinatie en inzet te verbeteren. De ervaringen van 2020 hebben ons geleerd dat de uitdagingen waar we mee geconfronteerd worden, zowel tijdens als na een crisis reusachtig zijn. Het is van vitaal belang dat we niet alleen de huidige voorbereidingen onder de loep nemen, maar ook vooruit kijken naar de toekomstige uitdagingen die ons te wachten staan. Hoe kunnen we ons beter voorbereiden? Welke lessen kunnen we trekken uit het verleden? En nu, meer dan ooit, staan we voor de onvermijdelijke vraag: Is Nederland werkelijk voorbereid op een volgende zorgcrisis?
Ontwikkelingen en uitdagingen
Het is essentieel dat Nederland een kritische blik blijft werpen op de voorbereidingen voor een mogelijke volgende gezondheidscrisis. Want hoewel de COVID-pandemie voor velen al tot een ver verleden behoort en we ons nu veilig wanen, kunnen we het ons niet veroorloven om niet waakzaam te blijven. ’De natuur is continu in verandering. 'Virussen ontwikkelen zich, bacteriën ontwikkelen zich, die kunnen overspringen van het één naar het ander’, legde arts-microbioloog Jean-Luc Murk eerder dit jaar uit tijdens talkshow Op1. ‘Ik ben er vrij zeker van dat er weer een keer een pandemie komt, maar ik weet natuurlijk niet wanneer.’
De vraag is dus niet of er een nieuwe pandemie gaat plaatsvinden, maar wanneer. En ondanks deze realisatie zijn er een aantal interessante ontwikkelingen zichtbaar: neem bijvoorbeeld de dalende vaccinatiegraad. Het is opvallend dat het succes van vaccinaties een van de oorzaken is dat sommige ziekten nu weer de kop opsteken. ‘We doen het zo goed, dat we vergeten zijn hoe vreselijk die ziektes zijn waartegen we vaccineren’, zei voormalig staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) onlangs in een interview met nu.nl. De toenemende vaccinatieweigering en het groeiende tekort aan zorgpersoneel wijzen op de noodzaak van een integrale aanpak om de veerkracht van onze gezondheidssector te versterken. Waar de GGD tijdens de corona pandemie al gebruik moest maken van vrijwilligers loopt het tekort aan medewerkers in de sector zorg en welzijn aan het begin van het volgende decennium op naar maar zo’n 170.000 medewerkers, blijkt uit een nieuwe prognose van Arbeidsmarkt Zorg & Welzijn (AZW). De grootste behoefte is te verwachten in de VVT, maar in bijna alle (zorg)branches nemen op de langere termijn de tekorten toe.
Voor de zorgsector blijft het dan ook lastig om nieuw zorgpersoneel aan te trekken. Het is nog steeds zwaar en ondergewaardeerd werk, terwijl 28 procent van de zorgprofessionals die zijn baan heeft opgezegd daar later wel spijt van heeft. Het liefst willen ze terug naar hun oude werkgever, zo blijkt uit onderzoek van adviesbureau Porres. Directeur Rob Berbers: ‘Ze missen hun oude collega’s.’ Bij de Nationale Zorgreserve merken we inderdaad dat oud-zorgprofessionals hun passie voor het vak blijven houden. Zo kwam tijdens ons jaarlijkse onderzoek in 2023 naar voren dat ruim de helft van de bevraagde zorgreservisten met pensioen is, maar zich graag blijft inzetten voor de zorg. De zorgprofessionals zijn ook kritisch, maar niet geheel ontevreden: volgens het rapport ‘Kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023’ van NIVEL geven verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners de kwaliteit van zorg in Nederland een 7,2 als rapportcijfer. De veiligheid van zorg krijgt een 7. En hoewel de scores voorzichtig positief zijn, werpen de verwachte personeelstekorten een schaduw over de mogelijkheid om deze resultaten de komende jaren te handhaven, laat staan te verbeteren.
Niet alleen staat de kwaliteit van de zorgverlening onder druk, ook de werkwijze bij digitalisering, veiligheid en het delen van informatie vereist steeds meer gespecialiseerde kennis. Tijdens de corona pandemie zagen we bij de Nationale Zorgreserve dat de hoeveelheid papierwerk de inzet van zorgreservisten in de weg zat. Zorgorganisaties moesten veel administratieve stappen zetten, zoals het invullen van uitgebreide formulieren en het afstemmen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit zorgde voor vertragingen bij het snel inzetten van reservisten, waardoor de continuïteit van de zorg werd belemmerd. Daarnaast was er onduidelijkheid over de vergoeding en contractuele verplichtingen. Om deze processen soepel te laten verlopen moet de zorgsector - te midden van de flinke hoeveelheid andere uitdagingen - de komende jaren ook nog proactief investeren in digitale systemen.
Blik op de toekomst
Gelukkig zijn er ook bemoedigende ontwikkelingen: het aantal opleidingsplaatsen voor verpleegkundig specialisten in de algemene gezondheidszorg (AGZ) zal de komende drie jaar stijgen van 370 naar 474. Voor de verpleegkundig specialisten in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) groeit het aantal opleidingsplaatsen in dezelfde periode naar 248. De beslissing om het aantal opleidingsplaatsen te verhogen is genomen door de voormalige ministers van VWS en OCW, gebaseerd op de ramingen van het Capaciteitsorgaan. Jaap Kappert, bestuurslid van V&VN en Capaciteitsorgaan, merkt op: ‘Dit is op zich goed nieuws voor onze beroepsgroep […] Hiermee komt Den Haag tegemoet aan de uitdagingen waar de zorg voor staat, hoewel het Capaciteitsorgaan adviseerde het aantal plaatsen al direct te laten stijgen. Dat had meer recht gedaan aan de huidige uitdagingen in de zorg.’
Ook ging afgelopen februari in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) het veelbelovende PANVIPREP-project van start. Dit Europese onderzoeks initiatief gericht op pandemievoorbereiding gaat antivirale geneesmiddelen ontwikkelen, een essentieel aspect van pandemiebestrijding naast vaccins. Zij richten zich op vijf belangrijke virusfamilies, waarvan organisaties als de WHO voorspellen dat zij een pandemie kunnen veroorzaken. Het LUMC benadrukt ook het belang van antivirale geneesmiddelen als aanvulling op vaccins, vanwege hun bredere werking en snellere beschikbaarheid.
Daarnaast hebben we de afgelopen jaren met de Nationale Zorgreserve mooie stappen voorwaarts gezet. We hebben succesvolle relaties opgebouwd met zorgorganisaties, branche- en beroepsorganisaties uit de zorg en werkgevers met (oud-)zorgprofessionals, waaronder ook de hogescholen, universiteiten en ROC’s door heel Nederland. In de afgelopen twaalf maanden is het aantal zorgreservisten verdubbeld naar bijna 4000 en zijn we van een tijdelijk corona initiatief uitgegroeid naar een duurzame organisatie. Belangrijke digitale systemen zoals de Reservistenpas zijn door ons team doorontwikkeld, zodat zorgreservisten tijdens crisissituaties snel, veilig en zonder ingewikkelde administratieve processen inzetbaar zijn. Ook hebben we voor álle zorgreservisten een breed en gratis opleidingsaanbod gerealiseerd. En zo staan er op dit moment 4000 bevoegde en bekwame zorgreservisten klaar voor Nederland om hun steentje bij te dragen wanneer het écht nodig is.
We weten niet hoe de toekomst eruitziet. Daarentegen weten we wél dat we iedereen nodig hebben wanneer we klaar willen staan op het moment dat zich een nieuwe zorgcrisis voordoet. Of dat nu gaat om een pandemie, het lokaal opleven van een (griep)virus, een natuurramp, grote vluchtelingenstromen of een andere crisissituatie. Onze pandemische paraatheid is sinds 2019 aanzienlijk verbeterd, maar het is nog te vroeg om gerust te zijn. Het is duidelijk dat we de komende jaren aanzienlijke obstakels moeten overwinnen om voldoende voorbereid te zijn. Dit bereiden we nu voor. We werken hierbij graag samen met (oud-)zorgprofessionals, bedrijven waar oud-zorgprofessionals werkzaam zijn, beroeps- en brancheorganisaties in de zorg en zorgaanbieders. Samen kunnen we er zijn wanneer het echt nodig is. Daarom is het essentieel dat we elkaar blijven opzoeken en samenwerken. Alleen dan kunnen we het verschil maken en klaarstaan op de momenten dat de zorg ons het hardst nodig heeft.
Begin 2024 bevestigde het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het vertrouwen in Stichting Extra ZorgSamen om de Nationale Zorgreserve verder te ontwikkelen en te verduurzamen. De hernieuwde aanbesteding, die na een Europese procedure plaatsvond, resulteerde in de verlenging van de opdracht aan Stichting Extra ZorgSamen, die vanaf februari 2024 opnieuw de verantwoordelijkheid op zich neemt om Nederland voor te bereiden op een eventuele acute zorgcrisis. Wil je meer weten over de mogelijkheden om ingezet te worden als zorgreservist? Of wat de Nationale Zorgreserve voor jouw zorgorganisatie kan betekenen in tijden van crisis? Neem dan contact op via community@nationalezorgreserve.nl.
Bronnen:
NPO Radio 1, (2024). Europa wil beter voorbereiden op volgende pandemie: 'Kwestie van lange adem’
NPO Radio 1, (2024). 'Onbegrijpelijk' dat vaccinatieplicht op kinderopvang nog niet is doorgevoerd:
R. Ravensberger, (2024). Is Nederland voorbereid op een volgende pandemie?
ICT&Health, (2024). Inzet AI en analytics nodig bij voorbereiding op volgende pandemie
LUMC, (2024). EU-project van start: Hoe Europa zich beter voorbereidt op de volgende pandemie
P. Immerzeel, (2024). ‘Er komt zeker een nieuwe pandemie aan, de vraag is alleen wanneer’
V&VN, (2023). Meer opleidingsplaatsen voor verpleegkundig specialisten
Z-Cert, (2023). Cybersecurity Dreigingsbeeld voor de zorg 2023